Bij controle van de BTW-aangifte en de intracommunautaire opgave, blijkt soms dat er geen overeenstemming is.
Hoe kan dit verschil verklaard worden?
Op de IC-opgave worden alle klanten opgenomen waarvoor in de betrokken periode verkopen werden geboekt waarbij een bedrag werd geboekt op de maatstaf ‘IC goederen, IC diensten, IC montage op afstand’ en waarvoor de vlag ‘BTW-plichtig’ is aangevinkt in de klantenfiche. Indien het bedrag op de IC-opgave kleiner is dan het bedrag in bijvoorbeeld vak [46] van de BTW-aangifte, dan is dit te verklaren door het feit dat bij 1 of meerdere klanten waarop IC-verkopen werden geboekt de vlag ‘BTW-plichtig’ ten onrechte is afgevinkt.
Hoe gaat u nu te werk om alle verkoopfacturen op te sporen waarbij bijvoorbeeld de maatstaf van heffing ‘IC goederen’ verschilt van 0 en waar de vlag ‘BTW-plichtig’ in de klantenfiche niet is aangevinkt?
- U start de module ‘Verkopen’ op.
- U kiest als volgorde ‘Boekingsdatum’.
- U kiest ‘Werkblad – Selectie toevoegen’ en u geeft een naam aan de selecte (bv. verschil BTW-aangifte en IC-opgave).
- Bij ‘Begrenzing’ geeft u de begin- en einddatum op van de periode waarvoor u de IC-opgave opmaakte (bv. van 01/01/xx tot 31/03/xx).
U vinkt ‘Actief” aan bij het onderdeel Filter’ en u definieert vervolgens een nieuwe filter.
U komt nu in de uitdrukkingseditor terecht. - U moet voor en achter blok met IC verrichtingen een haakje zetten zodat de OF blok samen staat, dus in dit geval start mijn blok met (@ASL.Base… en eindigt de OF blok met …DocC !=0)
- Tussen de IC verrichtingen zet u een || om aan te duiden dat het om een OF conditie gaat. Dit moet u telkens herhalen tussen de verschillende IC waarden (dus OF goederen OF diensten OF montage op afstand).
- U selecteert onderaan links in de tabel ‘Bestandsnaam’ het bestand ‘Verkoop’ en onderaan rechts in de tabel ‘Veldnaam’ het veld ‘Maatstaf IC-goederen documentmunt’.
U klikt daarna op de knop ‘Plakken’. - U klikt nu op de knop ‘Verschillend van’ en tikt 0 in.
- Opnieuw zetten we een || teken om de OF aan te spreken. U selecteert onderaan links in de tabel ‘Bestandsnaam’ het bestand ‘Verkoop’ en onderaan rechts in de tabel ‘Veldnaam’ het veld ‘Maatstaf IC-diensten documentmunt’.
- U klikt nu op de knop ‘Verschillend van’ en tikt 0 in.
- Opnieuw zetten we een || teken om de OF aan te spreken. U selecteert onderaan links in de tabel ‘Bestandsnaam’ het bestand ‘Verkoop’ en onderaan rechts in de tabel ‘Veldnaam’ het veld ‘Maatstaf IC-montage/afstand documentmunt’.
- U klikt nu op de knop ‘Verschillend van’ en tikt 0 in.
- U klikt nu op de knop ‘EN’ (&&).
U selecteert onderaan links in de tabel ‘Bestandsnaam’ het bestand ‘Klant’ en kiest onderaan rechts in de tabel ‘Veldnaam’ het veld ‘BTW-plichtig’. - U klikt opnieuw op de knop ‘Plakken’ en daarna op de knop knop ‘Gelijk aan’ (==).
U tikt 0 in. Zo geeft u aan dat u de klanten wil zien niet NIET aangevinkt staan als BTW-plichtig - U klikt ten slotte tweemaal op de knop ‘OK’.
- In het werkblad hebt u nu enkel IC-facturen over die wel op de aangifte verschijnen maar die niet opgenomen werden op de intracommunautaire opgave omdat de vlag ‘BTW-plichtig’ bij de overeenkomstige klant niet was aangevinkt.
U roept daartoe de fiche van de betrokken klant op en vinkt ‘BTW-plichtig’ aan. - U kunt nu de IC-opgave opnieuw afdrukken.
Opmerking: Als de IC-opgave reeds afgesloten is, dan zal u die eerst weer moeten heropenen via het tabblad Historiek.